Historie van de kerk

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd in 1593 de vesting Bellingwolderschans gesticht, in opdracht van graaf Willem Lodewijk van Nassau. Bellingwolderschans verloor belang toen de zee verder werd teruggedrongen en er in 1629 ten noorden van de Oude Schans een Nieuwe Schans werd aangelegd. Op dat moment kwam de naam Oudeschans in gebruik.

Binnen het wallenstelsel was weinig ruimte voor bebouwing, hetgeen duidelijk zichtbaar is bij de kerk die er in 1626 kwam. Ze staat met twee zijden pal aan de straat; in beide lange wanden vinden we ingangen. De ene ingang wordt afgesloten met een rondboog, de andere heeft een classicistische omlijsting. Eenvoudige rondboogramen zorgen voor licht in de kerk. Diverse verbouwingen hebben plaatsgevonden voordat de kerk zijn huidige vorm kreeg. In 1772 werd de dakruiter van het midden naar het zuiden verplaatst en werd de topgevel een wolfseind. Daarnaast werd de pastorie tegen de kerk aangebouwd. Een geschilderd memoriebord – waarop melding wordt gemaakt van de gift van Willem I – herinnert aan het herstellen van de kerk in 1828, toen ook de zuidgevel werd gesloopt en herbouwd met Friese klinkers. In 1858 werd de zuidgevel opnieuw afgebroken en opgetrokken, in 1859 het torentje vernieuwd.

Het interieur van de kerk is ingetogen. Het gewelf is in 1772 aangebracht; de vormgeving past bij deze periode. Boven de preekstoel is een zeldzaam geschilderd orgelfront, compleet met registerknoppen, muziekboek en speeltafel. Toen de balkenzoldering werd verwijderd om plaats te maken voor het huidige gewelf, moesten de balken boven de preekstoel blijven zitten, omdat zij de dakruiter dragen. Het orgel is waarschijnlijk geschilderd om deze reconstructie te verbergen. In de dakruiter bevindt zich een uurwerk uit de 17e eeuw. J.H. Koster uit Blijham kreeg dit uurwerk in 1983 weer aan het lopen met behulp van een wasmachinemotor en een fietsketting.